Wie ben ik

Ik ben zorgethicus. Als ethicus houd ik mij bezig met vragen van ‘het (moreel) goede’. Ik beschouw zorgen als een relationele afstemmingspraktijk, waarin men alleen door samen in dialoog te gaan en ethisch te reflecteren, samen kan ontdekken wat het goede is om te doen. Zorgethiek is een stroming binnen de ethiek, ontstaan in de vroege jaren 1980, vanuit de feministische beweging. Zorgethiek heeft oog voor relaties, voor persoonlijke ervaringen en gezamenlijke praktijken, en voor verschillen in macht en gezag. Dat toont zich ook in mijn werk, waar ik kijk naar hiërarchische relaties in zorgpraktijken, naar gender en diversiteit, naar de afstemming tussen professionele en informele zorg, bijvoorbeeld. En hoe je met behoud van eigen verantwoordelijkheden toch samen kunt afstemmen.

Ik word gefascineerd door wat er tussen mensen omgaat: de tussenruimte. Dat is voor mij een ruimte waarin mensen al dan niet op elkaar afstemmen, aanhankelijk en afhankelijk zijn, relaties aangaan, voortzetten of wrijving ervaren. De tussenruimte is ook waar mensen zorgen: voor zichzelf, voor elkaar, voor de wereld en de omgeving. Het is een handelingsruimte, en ook een ruimte van ervaringen. Ook gaat het hier om dialoog: de stemmen die klinken, verhalen die worden verteld, geleefd en doorgegeven worden. Of worden verzwegen, genegeerd, miskend. Tenslotte is ruimte iets lichamelijks: nabijheid of afstand, intimiteit of weerstand worden ook lichamelijk ervaren.

Voor mij zijn deze gedachten essentieel in hoe ik werk. Ik probeer ruimte te maken voor anderen, voor hun opvattingen, ideeën en overtuigingen. Ik maak die ruimte zo veilig mogelijk. Het doel is: zorgzaam omgaan met datgene wat gezegd wordt en gezegd wil worden. Om zo samen te ontdekken wat er toe doet: in de zorg, in morele zin, als ethisch van waarde. En van daaruit zicht te krijgen op handelingsperspectief: wat kunnen we nu gaan doen, zodanig dat we góed doen aan onszelf, elkaar, de wereld waarin we leven? Door deze processen samen in veiligheid, vertrouwdheid en openheid aan te gaan, krijgen we zicht op het goede om te doen, in morele zin.

Ik put mijn inspiratie uit vele bronnen en perspectieven. Daarbij horen filosofie, ethiek, feministische theorie, en ook mijn theologiestudie. Maar ook literatuur, muziek, kunst. En de mensen om mij heen: mensen die mij nu en in het verleden hebben voorgeleefd, geïnspireerd, verhalen hebben verteld en mij hebben geleerd over wie ik zelf ben. Natuurlijk ook de mensen met wie ik leef: mijn gezin, familie, vrienden en de mensen die ik in mijn werk ontmoet.